Mijn sollicitatieverslag voor het Europarlement 2009. De Heer Wilders gaf, op dat moment, de prioriteit aan nieuwe Tweede Kamerleden. En dat zag ik toen niet zitten…
5 juni 2008
Opluchting…
Dat was me wat! Ik kan weer rustig slapen! Dit hebben we gehad! En het maakt me – op dit moment – niet uit of ik word aangenomen of niet …
Na eindelijk (een maand of 5?) een definitieve afspraak te hebben kon ik op 4 juni 2008 mijn entree maken op het Plein (Tweede Kamer) bij de heer Wilders.
Ik had nog een afmelding verwacht zo kort tevoren, maar dat viel dus mee. Natuurlijk heeft de man het druk, dus alle begrip mijnerzijds.
’s Ochtends nog gewerkt en om 1300 uur thuis. Ik was om 15.30 uur ter plekke; leuk – alsof ik op Schiphol was beland: alles door de scanner, inclusief mijn broekriem (“zal ik ‘m ophouden?…”) maar… zonder retourtje Gran Canaria (ha ha). ‘k Heb een half uur gewacht en heb mij ondertussen wel vermaakt. Zo liep ik, bij binnenkomst, bijna tegen Elco Brinkman aan (knappe man overigens) en terwijl ik zat te wachten liep daar Max Westerman heel nerveus op en neer te rennen (mager menneke trouwens). Ook kwam Frits Wester nog even kijken en verder waren er diverse cameraploegen. Ondertussen stond Femke Halsema met een Kamercollega (#kom even niet op haar naam) wild voor de draaideur te springen; hij ging niet open. Na alle aandacht op zich gevestigd te hebben ging ze buiten – voor de deur- een sigaretje staan roken. Ze zal vast wel gedacht hebben wat ik kwam doen. Of niet? …
Enfin, even later kwam er een jonge vrouw aanlopen waarvan ik direct het vermoeden had dat dat de secretaresse van Geert Wilders (hierna te noemen ‘Geert’) moest zijn. Zij vergezelde een “Jaap-type” (winnaar Gouden Kooi) naar buiten. Een golf van opluchting ging er door mij heen: als dit mijn concurrentie moest zijn, zat ik goed (dacht ik). Mijn zelfvertrouwen ging omhoog. En ja hoor, dezelfde dame, *mw. Rooijmans, (zou die andere (*mw Chloe Verster) ontslagen zijn? wel jammer want we hadden leuke conversatie tijdens onze telefoongesprekken) begeleide mij naar de vertrekken van Geert: de roltrap op, naar links, links de trap op en de gang in – eerste kamer links. Om de hoek zitten de andere fractieleden. Mij werd verzocht plaats te nemen bij ‘de andere heren’. Nadat ik ze spontaan had begroet zag ik dat zij toch echt de persoonlijke beveiligers van Geert moesten zijn. Zij reageerden minzaam en verschrikt (de pistool werd nog net niet uit de broek gehaald … nee, de echte). Uiteraard was ik mij bewust van alle camera’s. Hoe zou ik gaan zitten en vooral hoe zou ik mij gedragen? Ik koos (toch maar) voor de ‘beschaafde’ manier. Maar voordat ik de heren kon vragen of zij nu de hele dag hier moesten zitten, werd ik al binnengeroepen bij de secretaresse.
Meteen rechtsaf ging ik een klein kamertje in – de deur moest met een speciale pas worden geopend-; een werkplek van circa 4×3 m2 waar een bureau en een zithoek stond. Ik mocht plaats nemen op de bank tegenover Geert Wilders en mw. Fleur Agema. Naast mij op de bank zat de heer *J. Dirksen (beleidsmedewerker PVV). Hem heb ik, overigens, het hele gesprek niet gehoord. Hij werd wel een beetje geplaagd door Geert, zoals deze dat zelf zei. Geert vond ik overigens, een erg sympathieke man met veel gevoel voor humor. Ik zag de hele tijd een grijns op zijn gezicht en op de een of andere manier ‘klikte’ het.
In tegenstelling tot Fleur Agema. Toen ik op de gang zat te wachten, knikte en lachte zij mij toe in het voorbijgaan en daarmee vond ik haar sympathiek overkomen. Maar tijdens het gesprek had ze een stoïcijnse blik en kon er geen lach vanaf. Bij het onderwerp Defensie trok ze, naar mijn gevoel, zelfs een verveeld gezicht. Blijkbaar had dit niet haar interesse. Zij toetste mij en probeerde valkuilen op te gooien, zoals: ‘ik lees hier dat je enigszins teleurgesteld was in de LPF – maar ik heb je daar nooit gezien…?’ Gelukkig was ik (op dat moment) adrem en vertelde haar dat ik nooit lid ben geweest van die partij en ook nooit heb deelgenomen aan bijeenkomsten. Maar dat ik slechts de actualiteiten bijhield. Pfff… zij was dus wel lid en kende Mat Herben persoonlijk.
En als ik had geweten dat ze mijn sollicitatiebrief zouden ontleden, had ik die nog wel een keer doorgenomen. Maar ja, het was al weer een half jaar geleden dat ik die geschreven hadden en ik had ‘m ook niet meer gelezen. Peins peins, wat stond er ook alweer in? En ondertussen zag ik haar aantekeningen en krassen maken in mijn brief.
Geert citeerde ook dat ik Mat Herben had opgegeven als referentie en waar ik hem dan van ken? Gelukkig ging hij niet verder in op de functie van Evert (anders had ik moeten zeggen dat hij anti-PVV is; ik kan nu eenmaal niet liegen behalve als het om het partijbelang gaat). Tot zover ging het goed.
Natuurlijk bereid je je voor maar de vragen kwamen (zoals altijd) toch onverwacht. Sommige vragen heb ik mijzelf ook wel gesteld en toch kun je op dat moment uit het veld geslagen zijn. Er waren 3 vragen waar ik – op dat moment – geen antwoord op had:
* Wat heb je gestemd voor de Europese grondwet? (ehh… Geert: ‘is niet zo erg hoor…’)
* Om de belastingen te verlagen zou je op welke posten bezuinigen? (ehh… die van de buitenlandse hulp voor 3e wereldlanden …Geert: ‘ontwikkelingshulp?’ … ja, die en ehh… enfin nu kan ik er zo een paar opnoemen (halvering ambtenaren enz) maar toen was het mij even ontschoten).
* Wat was het laatste politieke debat dat u gevolgd heeft? (ehh…’ja, ik kijk echt elke dag naar 24 uur politiek’ – “de JSF, stommerd!” riep Evert, thuis, meteen. Ja, ik kwam er even niet op).
Op de overige vragen had ik wel een (adrem) antwoord op, zoals: waarom de PVV? En wat maakt u tot die juiste volksvertegenwoordiger? Hoe denkt u over euthanasie en abortus, enz. En er viel een kleine stilte na de opmerking van Geert: ‘arbeidsplicht voor vrouwen?’ Ja, ik was zeer stellig in mijn mening en Fleur Agema kon het niet nalaten te zeggen dat het standpunt van de PVV toch echt is dat alle moeders -voor de basisschoolgerechtigde leeftijd van kinderen- vrij gesteld dienen te worden van arbeidsparticipatie. “Ja, en daar kunnen wij dan over praten binnen de fractie!”, riep ik. Ik bleef heel stellig en bespeurde wel enige bewondering hierin door Geert. ‘Bent u een denker of een doener’? (een doener, zei ik kordaat en sloeg nog net niet met mijn vuist op tafel). ‘Ik bespeur inderdaad dat u niet van de compromissen bent, (nadat ik het voorbeeld had gegeven van onze stellingname in het fusiebeleid van de gemeente Teylingen) maar kunt u tegen kritiek en hoe gaat u om met teleurstellingen?’ Toen vertelde ik dat ik kan “liegen alsof het gedrukt staat” (er ontschoot hem een lach) en een bepaald partijpunt heel goed kan verdedigen ook als ik het er persoonlijk niet mee eens ben. Zoals de verdediging in de gemeenteraad betreft het groenbeleid in de gemeente (de bomen konden mij, persoonlijk, gestolen worden, maar ja Voorhouts Belang had dat punt in het programma staan ; meer groen in de wijken en dùs heb ik daar voor gepleit; met het resultaat dat er – uiteindelijk mede door de VVD- meer bomen werden aangeplant).
Maar of ik mij ook wel realiseerde dat ik ook een denker moet kunnen zijn? Per slot is er ontzettend veel lees- en onderzoekswerk te verrichten. ‘ja natuurlijk, dat ken ik uit de gemeenteraad: het is niet mijn favoriete bezigheid maar ik heb een cursus snel-lezen gevolgd’. Volgens mij niet, maar ja het klonk wel leuk!
Verder trok ik het gesprek naar mij toe door voorbeelden te geven zoals het besef van belastinggelden betreft de zakgeldregeling van buitenlandse gedetineerden … (30 euro pp per maand). ‘Dit terzijde’ .. Ja, ik moest er toch wel wat van zeggen. Ik vond het eigenlijk wel jammer dat er zoveel onderwerpen onbesproken bleven. Zo had ik het graag willen hebben over het buitenlandbeleid, de Antillen en meer inhoudelijk over Defensie, zoals mijn (protest) brieven, klachten en vertrouwenswerk. Maar helaas. Op de vraag of ik hun nog iets te vragen had, had ik geen antwoord; ik wist even niks. Het leek me stom om over deze onderwerpen te beginnen: het zijn toch niet echt vragen, nietwaar? Dus al met al was het gesprek 35 minuten. Het leek overigens wel 2 uur. Ik zat wel op de praatstoel. Ik was, gelukkig, niet nerveus alhoewel ik wel een blos voelde opkomen, maar dat kon ook de overgang zijn.
Ik heb wel ontspannen gezeten en af en toe gelachen – hij gelukkig ook. Ik heb, overigens, constant op mijn houding en lichaamstaal gelet tijdens het gesprek. Goed he?
Zo moest ‘ie ook lachen toen hij vroeg naar mijn tongval. Hij kon het accent uit Boxtel toch echt niet thuisbrengen. Nadat ik zei dat ik de uitspraak “en gij geleuft dè” nogal eens gebruik en makkelijk omschakel, vond hij het wel geloofwaardig.
Terwijl ik daar zo zat ging er van alles door mij heen. Wat als ik nou aangenomen word? Vertegenwoordigen leek me opeens niet zo leuk meer. Als ik zo om mij heen keek, was het alleen maar heel hard werken. Geen deeltijdbaan erbij (zoals de gemeenteraad), maar een baan die je 24 uur per dag opslokt. Wil ik dit wel? Ik zal daar dan goed over na moeten denken, of had ik dat al moeten doen?
En terwijl ik, na het afscheid, (ik wou bijna zeggen ‘succes met je been’ – maar het bleef gelukkig bij ‘veel succes verder’) overdreven vrolijk naar buiten liep, kwam ik op de roltrap Joost Karhof tegen. Oud-collega van Evert bij radio West en nu prominent tv-personality. Ik heb hem slechts gedag geknikt; hij kent mij toch niet meer.
Ik heb er van genoten en zeg nou zelf; wie kan er nou ook vertellen dat hij met Geert Wilders heeft gesproken? Geweldig toch? En of het nou het Europarlement of (toch) de Tweede Kamer wordt… stel dat er nog betere kandidaten zijn dan ik, dan vind ik dat alleen maar goed voor de PVV. Dan zijn wij zeker van een goede afvaardiging; daar is de kiezer alleen maar bij gebaat. Toch?
#Ineke van Gent
*De namen zijn gefingeerd