Gelukkig tik ik blind.
Tien over half 9 zit ik al in de wachtkamer. Toch nog sneller gefietst dan ik dacht.
Mooi, heb ik nog een half uur om me te orienteren.
Eerst word er een foto van me gemaakt. Nee, he. Zit m’n haar goed? Make-up niet uitgelopen? “Nee hoor, uw verzekeringspasje hoef ik niet. Dat gaat allemaal automatisch”. ?
“Goedemorgen. Goedemorgen….”
Ik begin een gesprek met de man naast mij. “t Is wel vroeg, he?” “Vindt u?”… En ik krijg het hele dienstrooster van meneer opgesomd.
Ik mag meteen door voor de oogmeting. Weer dat vreselijke ‘pufje’.
Half blind ga ik weer zitten.
Een mevrouw pakt een tijdschrift. “Grappig, vindt u niet. Tijdschriften in de wachtkamer bij een oogkliniek?… Je ziet er toch geen reet van”. Ik zeg het iets genuanceerder. Natuurlijk.
En meteen moet ik mijn aandacht verdelen tussen 2 stellen.
Ik heb met een moeder en dochter een dialoog over de airco – die je uit je hempje deed blazen – en met een ouder echtpaar blaat ik over de service van de taxibedrijven.
“Ja, mevrouw van de Lak”. Abdul roept me naar binnen. Zo hoorde ik hem tenminste aangesproken worden door de oogarts – waarvan ik dacht dat het de secretaresse was.
Nou, we hebben een aardig potje zitten lachen daarbinnen. “Uw ogen zijn perfect, hoor! 120% en als u die onderste regel kunt lezen 150! En ik denk: Oh, dus ik zit hier voor Jan Lul?!…
…”En die brilletjes van ’t Kruidvat zijn prima hoor!”. Zie je wel? Niks dure leesbrillen 😉
Ik krijg druppels in mijn ogen en wazig schuifel ik weer de wachtkamer in. Ja hoor, geen waterproof mascara! Dus als een panda val ik neer op een stoel. Ik maak er maar een lolletje van en meteen krijg ik de geschiedenis van een mevrouw’s zoon te horen.
Als 4-jarige kreeg deze de waterpokken en daarmee ook grote pupillen. Kan vervolgens geen daglicht meer verdragen, altijd een zonnebril op, enzovoorts. “Maar hij is nu 44 hoor”…
Wat moet je er allemaal mee? Maar dit soort conversaties veraangenamen de wachttijd en ooit denk je er eens aan terug. En je vraagt je af, waarom…
Nooit eens iemand tegengekomen waarvan je dacht ‘waar ken ik die toch van’…? 🙂
Ik mag naar binnen bij de secre.. ehh, oogarts. Aardige vrouw. Ik begin over het interieur en de tafelventilator. “Geen ramen? (Waarom begin ik hier over?) Dat is arbotechnisch aanvechtbaar”… “Ja inderdaad, ik heb ze ook al ingeschakeld”. Klik. 😉
“Uw ogen zijn vermoeid en daarom droog”. …Muhahahahaaa! Maar ik werk helemaal niet meer!?…
Terwijl ze me een recept voor ooggel meegeeft laat ze me lachend uit.
“Dag dames, tot ziens”.
Op het toilet fatsoeneer ik mezelf en maak ik selfies. Of ze gelukt zijn, kan ik niet zien….