Ik word wakker omdat kabouters de polka staan te dansen in m’n hoofd.
Meteen hap ik naar lucht. Water en bloed loopt uit m’n neus op mijn kussen.
Dan moet ik hoesten en m’n keel wordt met een mes doorkliefd.
Het lijkt alsof er met scheermesjes op m’n borst wordt ingebeukt.
Wankel stap ik uit bed en mijn lijf voelt alsof ze de hele dag in een opvlieger loopt.
Op de trap mis ik een trede en strompel naar de keuken.
En terwijl ik de hete koffie achterover gooi verbrand ik mijn tong.
Maar verder gaat alles goed.