Soms moet iets mij van het hart …
Voorhout, 4 januari 2018
Kennisgeving van ontvangst: Aanvraag toevoeging, kenmerk 3JV5268 – verzenddatum 27-12-2017
Betreft: E010 geschil met betrekking tot het erfrecht, soort rechtsbijstand Procedure
Geachte afdeling beschikkingen,
Sinds het overlijden, dd 17 november 2015, van mijn broer dhr. M.W. Van de Laak, word ik aangeklaagd door zijn exgenote mevr. W. Kokx.
Mijn advocaat is op de hoogte van mijn financiele situatie en heeft om die reden een aanvraag om een toevoeging ingediend.
Ik begrijp dat u deze, omwille van mijn vastgestelde inkomen, heeft afgewezen. Doch moet mij iets van het hart.
De overheid kijkt alleen naar inkomen en niet naar uitgaven.
Na mijn scheiding werd ik noodgedwongen particulier te huren. De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning is, in deze regio, tien jaar. Ik kon moeilijk met drie kinderen onder een brug gaan liggen.
Tegelijkertijd ging ik (verplicht) met FLO (pensioen defensie) en daarmee zakte mijn inkomen met 30%.
Door mijn bruto inkomen had en heb ik geen recht op de diverse toelagen en kwijtscheldingen.
Zelfs nu ik (eindelijk) een sociale huurwoning heb (een klein appartement van 704 euro netto huur) moet ik, na aftrek van de minimale vaste lasten, -belastingen, -verzekeringen en het uurtarief van de rechtsbijstandverlener, rondkomen met 50 euro per week.
De overheid kijkt NIET naar de wettelijke verplichte uitgaven, slechts naar het (bruto)
inkomen. Dus de Raad voor Rechtsbijstand ook.
Ik verwijt u daarom persoonlijk niets. Maar ik hoop dat u goed slaapt.
Hoogachtend,
M.P. Van de Laak